In de week na onze actiedag tegen racisme en fascisme vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Ondanks dat de winst van extreemrechts niet zo groot is als gevreesd, lijkt er weinig om optimistisch over te zijn. Hoewel we ook lichtpuntjes zien, lijkt ondanks het verlies van de regeringspartijen, vooral rechts zich te hebben versterkt.
Geen racisme en fascisme in de raad
Onze leus ‘geen fascisme in de raad’ werd steeds breder overgenomen. Activisten en commentatoren door het land gebruikten deze leus om zich uit te spreken tegen FvD. Het steeds openlijker fascistische karakter van de partij en de steun voor de Russische dictator van Poetin hielpen hier ook bij. Ten opzichte van de verwachtingen eerder dit jaar is het resultaat voor FvD misschien teleurstellend te noemen. In Groningen en Nijmegen, twee steden waar actief actie is gevoerd tegen FvD, kwamen ze niet in de raad.
Groei extreemrechts
Dit betekent niet dat extreemrechts een klap is toegebracht, in tegendeel. Van 3 zetels vier jaar geleden in Amsterdam, haalde FvD nu in totaal 49 zetels door het land. Bovendien gebruikt de partij de raad vooral als een basis om een fascistische beweging te bouwen. De PVV verloor een beetje, maar haalde alsnog 61 zetels. Lokale extreemrechtse partijen wonnen in Den Haag en Rotterdam zelfs de verkiezingen, terwijl in Barendrecht een senator voor JA21 met zijn partij zelfs in zijn eentje een college kan vormen.
Regeringspartijen
Regeringspartijen VVD en CDA verloren terrein, maar blijven veruit de landelijke partijen met de meeste regionale worteling. Door een gebrek aan een alternatief bleef het verlies voor de partijen die een grote verantwoordelijkheid dragen voor het toeslagenschandaal en het steeds onmenselijker asielbeleid beperkt. Ook de ChristenUnie verloor terrein, maar dit lijkt vooral de vriendjes van de ultraconservatieve SGP in de hand te hebben gespeeld.
Parlementair links
Dit verlies van de regeringspartijen lijkt vooral naar lokale partijen te zijn gegaan. Over het gehele land genomen, profiteerde parlementair links amper. De afgelopen jaren stelde zij zich vooral op als ‘constructieve oppositie’ ten opzichte van Rutte. In grote steden zoals Utrecht en Nijmegen profileerde de lokale afdelingen van GroenLinks zich op antiracisme en werden daar de grootste partij. In Amsterdam won de PvdA de verkiezingen. De SP, dat zich de afgelopen jaren steeds nationalistischer en steeds minder activistisch opstelde, verloor een derde van de zetels.
BIJ1 en de socialisten
BIJ1 deed op een handvol plekken mee en haalde in totaal acht zetels. Dat is een goed resultaat voor een partij die zich openlijk manifesteert als een antiracistische partij en zich engageert met sociale bewegingen. Ook de resultaten van afdelingen van de Socialisten waren bemoedigend, hoewel nergens goed genoeg om zetels te winnen.
Gebrek aan vertrouwen
Tot slot toonden de verkiezingen een groot gebrek aan vertrouwen in de politiek. De opkomst tijdens de gemeenteraadsverkiezingen lag historisch laag, met name in arme wijken waarin mensen van kleur relatief over vertegenwoordigd zijn. Decennia aan afbraakbeleid hebben publieke voorzieningen afgebroken en hebben arme mensen – met recht – het gevoel gegeven dat zij niets kunnen veranderen door te stemmen. De strijd tegen racisme zou daarom ook samen moeten gaan met de strijd tegen sociale afbraak.
antiracistisme beweging verder uitbouwen
Als antiracismebeweging staan we voor de uitdaging om de beginnetjes van een lokaal en landelijk netwerk te behouden en uit te breiden. Het is belangrijk dat we proberen om pogingen van extreemrechts lokaal voet aan de grond te krijgen, te verhinderen. Zo lieten activisten in Haarlem en Maastricht al een tegengeluid horen bij de installatie van FvD in de raad. Daarnaast moeten we waakzaam zijn over de behandeling van vluchtelingen. Aan de grenzen van Europa waar een dubbele standaard wordt gehanteerd over wie er welkom is. Maar ook moeten we ervoor zorgen dat vluchtelingen uit Oekraïne goed behandeld blijven worden.